Parus
ater 11,5 cm
De kleinste mees uit het gebied. Te
herkennen aan de combinatie van
zwarte kap en opvallende witte nekvlek. Juv. hebben geelgetinte nekvlek.
lerse vorm hibernicus heeft witte delen geelachtig; Algerijnse en
Tunesische vorm ledouci is iets warmer geel; cypriotes van Cyprus
is
bruin op de mantel en roodbruin op flanken en buik.
Veel geluiden zijn hogere versies van die van de Koolmees, speciaal 'titsjie,
titsjie'
en de zang, of er een zaag geslepen wordt, 'sietu, sietu'; ook een
goudhaantjesachtig 'tsie'.
Algemeen in naaldbossen, plaatselijk ook in gemengde bossen en
zelfs in loofbossen, stadsparken en tuinen.
In Nederland en Belgie talrijke broedvogel In sommige jaren
invasiegast.